Een programmeur had een samenwerkingsovereenkomst met een leverancier van software. Hij paste de bestaande software aan de specifieke wensen van klanten aan. Anders dan de rechtbank was de Centrale Raad van Beroep van oordeel dat er een gezagsverhouding bestond tussen de leverancier en de programmeur. De programmeur moest zijn werkzaamheden persoonlijk verrichten, waartegenover de leverancier hem loon betaalde. Er was dus een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Dat betekende verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen. |